Korte verhandeling van de aard of natuur van het geestelijk leven

Gebonden, 446 blz. NIEUW!
Jacobus van Houte, geboren te Zierikzee in 1707, was diaken in de Gereformeerde kerk. Reeds als jongeman hield hij met toestemming van de kerkenraad te Zierikzee en later te Valkenburg, wekelijks godsdienstoefening. Er bleek, ook in die tijd al, veel onduidelijkheid te bestaan over het werk van de Heilige Geest in het hart van een mens bij aan- en voortgang. Ook werden deze zielen door anderen vaak op een onschriftuurlijke wijze behandeld.

Van Houte besloot daarom vanuit de ambtelijke praktijk, over het geestelijk leven te gaan schrijven. Hij doet dit op een zeer eenvoudige en bovenal Schriftuurlijke wijze, in de vorm van samenspraken over:
– Waar en wanneer het geestelijk leven begint.
– Het onderscheid tussen een algemene en een zaligmakende overtuiging.
– Over de ware aard van het rechtvaardigend geloof.
– De rechtvaardiging van de zondaar in de vierschaar Gods en de consciëntie.
– Over de vergeving der zonden en de strijd tussen de oude en nieuwe mens.

Zelf schrijft hij: ‘Dat degenen die menen getrouw met hun naasten te handelen, alsook anderen, hun aangenomen starre leerstelsels eens vergelijken met de handelswijze van Christus en Zijn apostelen en eens zien in welke mate het daarvan verschilt. Maar anderzijds is het ook mijn bedoeling om oprechte en bekommerde zielen door de weg van het Evangelie tot een bemoedigd bestaan aan te sporen, opdat zij trachten hun roeping en verkiezing vast te maken, niet op het getuigenis van mensen, maar op het Woord Gods.’